Home Actueel
  1. Crime Harm Index: veelbelovende methode om zicht te krijgen op de ernst van criminaliteit

Crime Harm Index: veelbelovende methode om zicht te krijgen op de ernst van criminaliteit

De Crime Harm Index is een veelbelovend instrument om zicht te krijgen op de ernst van criminaliteit, zo blijkt uit een recente systematische literatuurstudie van het NSCR. Een Crime Harm Index helpt onder andere om de daders en slachtoffers te identificeren die de grootste schade veroorzaken én ondervinden, en geeft zicht op locaties waar de meest ernstige delicten plaatsvinden.

Sommige misdrijven zijn ernstiger en daarmee schadelijker voor de samenleving dan andere delicten. Het analyseren van ruwe tellingen van criminaliteit geeft om die reden niet altijd een waardevol inzicht in de aard van criminaliteit in een bepaalde periode of locatie. Om die reden onderstrepen de wetenschap en (politie)praktijk dat het bij het meten van criminaliteit belangrijk is om rekening te houden met de ernst en schade die met verschillende misdrijven gepaard gaan.

Vastgestelde strafmaat of daadwerkelijk opgelegde straf

In de afgelopen jaren hebben onderzoekers uit onder andere Engeland, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Zweden – vaak in samenwerking met de politie – een nieuwe methode ontwikkeld om de ernst en schade van criminaliteit te meten. Deze Crime Harm Index (CHI) is ontwikkeld op basis van de vastgestelde strafmaat in strafvorderingsrichtlijnen of op basis van de (gemiddelde) lengte van daadwerkelijk opgelegde straffen. Een voorstander beschrijft de CHI als ‘a low-cost, easily adoptable barometer of the total impact of harm from crimes committed by other citizens’ (Sherman et al., 2016, p. 172).

Basis voor academici en rechtshandhavingsinstanties

Aangezien in het recente verleden veel over de CHI is gepubliceerd in het buitenland, heeft het NSCR binnen het onderzoekprogramma What works in policing: towards evidence-based policing in the Netherlands een systematische literatuurstudie uitgevoerd. In deze studie zijn 141 Engelstalige publicaties geanalyseerd, waarbij niet alleen is gekeken naar wetenschappelijke literatuur, maar ook naar ‘grijze’ literatuur zoals beleidsdocumenten. Door te onderzoeken op welke manieren de CHI in verschillende landen is berekend en toegepast, legt dit literatuuroverzicht een basis voor zowel academici als rechtshandhavingsinstanties die ook overwegen een CHI te gaan gebruiken.

Schaarse middelen toewijzen aan juiste personen en plaatsen

Uit het literatuuroverzicht blijkt dat een CHI van meerwaarde kan zijn voor zowel criminologisch onderzoek als de politiepraktijk. Zo is het mogelijk om criminaliteitstrends in verschillende regio’s te verhelderen door te laten zien dat een toename van het aantal criminaliteitsincidenten niet noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een toename van de ernst of schade van criminaliteit. Een CHI helpt ook om de power few daders en slachtoffers te identificeren, de vaak relatief kleine groepen personen die de meeste schade veroorzaken en ondervinden. Daarnaast kunnen harm spots in kaart worden gebracht: locaties waar criminaliteit de meeste schade veroorzaakt. Tot slot kan een CHI worden gebruikt binnen evaluatiestudies, bijvoorbeeld door naast het tellen van het aantal delicten na een interventie ook te meten of de ernst van criminaliteit is gedaald of juist gestegen. De CHI wordt in de literatuur gepresenteerd als een waardevolle tool voor politiediensten om de schaarse middelen in te zetten op die plaatsen of die personen in de samenleving die de grootste schade veroorzaken of ondervinden.

Binnen het onderzoeksprogramma What Works in Policing wordt inmiddels onderzocht hoe ook voor Nederland een CHI kan worden ontwikkeld.

Publicatiegegevens en verder lezen

Ruitenburg, T. van & Ruiter, S. (2022): The adoption of a crime harm index: A scoping literature review. Police Practice and Research: An International Journal.
Sherman, L.W., Neyroud, P.W. & Neyroud, E. (2016). The Cambridge crime harm index: Measuring total harm from crime based on sentencing guidelines. Policing: A Journal of Policy and Practice, 10(3), 171-183.

dr. Teun van Ruitenburg

Senior Onderzoeker

prof. dr. Stijn Ruiter

Senior Onderzoeker

Deel dit artikel

Actuele berichten