Home
  1. Meldingsgegevens Veilig Thuis

Stay Home, Stay Safe?

Meldingsgegevens Veilig Thuis

Datalevering

In samenwerking met leden van de kerngroep gebruikers Clavis en Regas is een query opgezet om uniforme datalevering van de Veilig Thuis-regio’s te garanderen. Via de regio’s zijn de data op een beveiligde manier periodiek aangeleverd aan het onderzoeksteam. De Excel-bestanden zijn omgezet in het programma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS), versie 25, wat resulteerde in twee datasets per regio: één met adviezen en één met meldingen. De uitgevraagde variabelen boden informatie omtrent het casusnummer, de start- en einddatum van de casus, de ontvangstdatum van het advies/melding, de gemeente, de functie en organisatie van de melder, de vermoedelijke aard van de casus en specificaties van de verschillende vormen, het triagebesluit en de conclusie van de veiligheidstaxatie. Tot slot zijn gegevens van directbetrokkenen uitgevraagd, zoals de rol, leeftijd, geslacht en postcode. Om herleidbaarheid van gegevens te voorkomen is geen geboortedatum uitgevraagd en zijn enkel de cijfers van de postcodes uitgevraagd.

Data-analyse

De data werd in verschillende fasen opgedeeld om (mogelijke) veranderingen in de omvang, aard en melders van geregistreerde meldingen als gevolg van de coronamaatregelen te ontdekken. Zo werd bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen de fase voorafgaand aan de eerste coronamaatregelen, de daaropvolgende fase met de eerste lockdown, de fase waarin de maatregelen werden versoepeld en de fase van de gedeeltelijke lockdown.

De aangeleverde data bevatte informatie over casussen van (gemeld) huiselijk geweld. Doordat mogelijk meerdere meldingen per casus werden gedaan en meldingen uit meerdere regels met informatie uit directbetrokkenen bestonden, bestonden per casus ook meerdere regels. De analyses zijn derhalve uitgesplitst naar meldings- en casusniveau. Voor de analyses op meldingsniveau werden alle unieke meldingen geselecteerd. Op casusniveau werden, op basis van beslisregels, de unieke casussen (i.e. de eerste keer dat een casus is gemeld) meegenomen in de analyses.

De analyses zijn uitgevoerd op weekniveau. De weeknummers zijn hierbij opgebouwd door 1 januari tot 7 januari als week één te beschouwen, 8 januari tot 14 januari als week twee te beschouwen, et cetera. Allereerst werden de absolute percentages weergegeven om verschillen te ontdekken, waarbij de geregistreerde weken in 2020 en 2021 zijn vergeleken met dezelfde weken in 2019. Op basis van een post-hoc toets (Bonferroni) werd vervolgens onderzocht of de gevonden verschillen significant waren.

I) Aantal meldingen en casussen van huiselijk geweld

De analyses betreffende de omvang van meldingen en casussen van huiselijk geweld zijn op meldings- en casusniveau uitgevoerd om mogelijke veranderingen in 2020/2021 ten opzichte van 2019 te onderzoeken. De resultaten zijn met behulp van Excel vormgegeven in een grafiek, waarbij eveneens de tijdlijn met veranderingen in de getroffen maatregelen zijn weergegeven.

II) Aard van huiselijk geweld (en kindermishandeling)

Meerdere vormen van huiselijk geweld kunnen tegelijkertijd voorkomen in één casus (bijvoorbeeld partnergeweld en kindermishandeling). Wanneer meerdere vormen van huiselijk geweld werden geregistreerd binnen dezelfde casus, zijn deze gehercodeerd naar één categorie door de ene categorie te laten prevaleren boven de andere (zie Tabel 1). Dit is gebaseerd op de mate waarin de verschillende vormen van huiselijk geweld daadwerkelijk voorkomen (met uitzondering van andere problemen, aangezien dit een restcategorie is).

III) Functie van de melder van het huiselijk geweld

Ten aanzien van de functie van de melder maakt Veilig Thuis onderscheid tussen  beroepsmatige melders (professionals) en niet-beroepsmatige melders (burgers) – zie Tabel 1. Het Bureau Huiselijk Geweld houdt bij waar een professionele melding vandaan komt en wat de rol is van niet-professionele melders. Deze analyses werden op meldingsniveau gedaan, zodat alle unieke melders in de analyses werden meegenomen.

Tabel 1. Beschrijvende statistieken van de analysevariabelen.

Variabele Categorieen
Vermoedelijke aard van huiselijk geweld 1.       Kindermishandeling en (ex-)partnergeweld[1]

2.       Kindermishandeling

3.       (Ex-)partnergeweld

4.       Geweld tegen ouders

5.       Ouderenmishandeling

6.       Andere problematiek[2]

Melder van huiselijk geweld 1.       Beroepsmatige melder

2.       Niet-beroepsmatige melder

Beroepsgroep van beroepsmatige melder 1.       Justitie en Veiligheid (i.e., in de meeste gevallen de politie

2.       (Para)medische beroepsgroepen (bijv. huisartsen)

3.       Psychologen, pedagogen, psychotherapeuten en sociaal werkers

4.       Kinderopvang en onderwijs

5.       Beroepsmatig anders

Rol van niet-beroepsmatige melder 1.       Directbetrokkene, jeugdige

2.       Directbetrokkende, volwassene

3.       Familielid van directbetrokkene

4.       Persoon behorend tot het sociale netwerk

5.       Buurtbewoner

6.       Niet-beroepsmatig anders[3]


[1] Opgemerkt moet worden dat een zaak ook wordt geclassificeerd als kindermishandeling als kinderen getuigen zijn van geweld tussen hun ouders.

[2] Onder andere problematiek zijn ‘huiselijk geweld overig’ (geweld dat door iemand uit de huiselijke- of

familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd, waarbij huiselijk geweld verwijst naar de relatie tussen pleger

en slachtoffer; bijvoorbeeld geweld tussen broer en zus) en ‘andere problematiek dan huiselijk geweld of

kindermishandeling’ (alle andere problemen; wordt alleen aangevinkt als geen van de andere vormen van

toepassing is) samengevoegd.

[3] Niet-beroepsmatige melders, zoals familieleden of buren, kunnen anoniem een melding doen van huiselijk geweld. Informatie over de rol van een niet-beroepsmatige melder wordt niet geregistreerd indien iemand anoniem een vermoeden van huiselijk geweld meldt, waardoor een ontbrekende waarde (missing value) ontstaat.