Home Actueel
  1. Het recht is te belangrijk om aan juristen over te laten | Oratie Marijke Malsch

Het recht is te belangrijk om aan juristen over te laten | Oratie Marijke Malsch

Marijke Malsch, onderzoeker bij het NSCR en hoogleraar Empirical Legal Studies aan de Open Universiteit (OU), heeft vrijdag 11 oktober haar oratie gehouden: Het recht is te belangrijk om aan juristen over te laten. Tijdens haar oratie ging Malsch in op de vraag of juristen voldoende buiten hun vakgebied kijken. Worden ze voldoende opgeleid in andere disciplines? Maken ze genoeg gebruik van wat het empirisch onderzoek hun te bieden heeft?

Download de oratie Het recht is te belangrijk om aan juristen over te laten.

Het recht raakt burgers in hun bestaan. Als een rechter een gevangenisstraf oplegt, grijpt dat diep in op het leven van de veroordeelde. Slachtoffers proberen vaak via juridische procedures schadevergoeding af te dwingen. Echtscheidingsprocedures ontaarden soms in vechtscheidingen. De wetgever maakt steeds meer wetten, ook als de maatschappij er niet om vraagt. In deze snel veranderende maatschappij kunnen juristen niet achterblijven. Ze moeten de ontwikkelingen volgen en erop inspelen. Praktijkjuristen moeten ingewikkelde deskundigenrapporten begrijpen en beoordelen. Zij moeten ook kunnen communiceren met gewone mensen. Het is niet meer genoeg als jurist de wet en de regels te kennen, dat hebben gerechtelijke dwalingen wel laten zien.

Lees ook dit interview met Marijke Malsch:

Wat zijn de risico’s van een incompleet proces-verbaal?

Wanneer een verdachte wordt aangehouden op straat, bijvoorbeeld na een geweldsdelict, wordt die persoon meegenomen naar het politiebureau en verhoord. Van dat verhoor wordt een proces-verbaal opgemaakt, een verslag van wat de verdachte heeft gezegd. In de rechtspraak is het belang van papier groot: een proces-verbaal wordt geaccepteerd als bewijs. Het gaat hier om de auditu bewijs, oftewel ‘bewijs van horen zeggen’, en dat is minder betrouwbaar dan direct bewijs. Juristen vertrouwen erop dat een proces-verbaal klopt, maar wat als dat niet zo is? Wat als de verdachte bekend heeft onder druk en zijn bekentenis niet klopt? Of als hij sociaal-wenselijke antwoorden gaat geven wanneer dezelfde vraag vijf keer gesteld wordt, en dit blijkt niet uit het proces-verbaal?

Er kleven grote risico’s aan onvolledige en vertekende processen-verbaal, stelt Marijke Malsch, hoogleraar Empirical Legal Studies. Uit onderzoek blijkt dat een proces-verbaal vaak maar een kwart van de informatie die is uitgewisseld weergeeft, waarbij onduidelijk is wat de precieze omstandigheden van het verhoor waren. De rechter is echter afhankelijk van die verhoren omdat het grootste deel van het onderzoek al vóór de zitting plaatsvindt. Daarnaast zijn getuigen en deskundigen vaak niet ter zitting aanwezig.

Invloed van verhoortechnieken

Verhoortechnieken kunnen van invloed zijn op de verklaring die een verdachte aflegt. In een proces-verbaal worden de gebruikte verhoortechnieken echter vaak niet volledig weergegeven. ‘Bijvoorbeeld als de politie een verdachte confronteert met belastend bewijs of met tegenstrijdige verklaringen van de verdachte zelf. Soms oefent de politie druk uit om de verdachte een verklaring te laten afleggen, onder meer door vragen steeds te herhalen. Die opbouw van de druk is vaak niet terug te zien in het proces-verbaal. Als er op non-verbale manier druk wordt uitgeoefend, blijkt dat evenmin. Daarnaast wordt het taalgebruik van de verdachte aangepast waardoor het lijkt alsof hij heel netjes sprak, wat meestal niet het geval is. Hierdoor is het net alsof er geen druk is uitgeoefend op de verdachte. Het komt soms ook voor dat de bron van de informatie verschuift in het proces-verbaal. Woorden die uit de mond van de verdachte lijken te komen, worden eigenlijk door de verbalisant gezegd. Dat is een risico: soms klinkt de verdachte daardoor alsof hij iets weet over hoe het delict gepleegd is en lijkt daardoor schuldiger dan hij werkelijk is.’

Schiedammer moordzaak

Een incompleet of vertekend proces-verbaal vergroot de kans op een rechterlijke dwaling, zoals in de Schiedammer Parkmoord. ‘Verdachten met een licht verstandelijke beperking zijn soms geneigd om de verhoorder te pleasen. Als deze verdachten stevig onder druk worden gezet, kan het gebeuren dat zij op alle vragen bevestigend antwoorden. Als verhoorder kun je dan een valse bekentenis te pakken hebben, zonder dat je het doorhebt. Het komt voor dat een verhoor met een dergelijke verdachte gepaard gaat met een proces-verbaal dat onvolledig is, een advocaat die niet alert is en een rechter die onder tijdsdruk afziet van het bekijken van de opnames (als die er zijn). Dat leidt mogelijk tot een onterechte veroordeling. De Arnhemse villamoord is ook zo’n draak van een zaak. Het lijkt er sterk op dat de verdachte onder druk bekend heeft, maar dat onderzoek loopt nog.’

Beperkte getuigenissen

Ook aan de kant van de getuigen gaat het weleens mis. ‘In de Holleeder zaak wemelt het van de getuigen, maar dat is echt een uitzondering. Vaak worden getuigen niet meer ter zitting opgeroepen. Het proces-verbaal is dan de enige bron van informatie over de getuigenverklaring. Het aanhouden van een zaak voor nader onderzoek gebeurt bovendien zelden, dan neemt de rechter genoegen met het proces-verbaal.’ Daarnaast komt het voor dat getuigenverklaringen aan de kant worden geschoven wanneer er ander belastend bewijs lijkt te zijn. ‘In de Schiedammer Parkmoord, waarbij één kind overleed en één kind overleefde, is er bijvoorbeeld een bekende pedofiel aangehouden die toevallig in het park aanwezig was ten tijde van het delict. De politie is er soms heel snel van overtuigd dat ze de juiste persoon te pakken hebben en andere opties worden dan niet meer onderzocht. Het kind dat nog leefde heeft een signalement van de dader gegeven dat helemaal niet overeenkwam met dat van de verdachte. En daarnaast werd er geen DNA van de verdachte gevonden. Dan moet je écht doorgaan met onderzoeken.’

Kennis toepassen

Wanneer de politie iemand oppakt en direct ervan overtuigd is dat ze de dader hebben, een proces-verbaal opmaakt dat niet alles laat zien wat belangrijk is, en de rechter dat vervolgens niet toetst, kan het gebeuren dat iemand onterecht veroordeeld wordt. ‘In de nieuwe wetgeving die eraan komt is er nog minder ruimte voor de rechter om te toetsen, dat vind ik wel zorgwekkend. De kennis over wat er mis kan gaan is er. En toch wordt er te weinig geluisterd door de politiek.’ Hoe zorgen we er nu voor dat onderzoek wel beklijft? ‘Dat is een interessante onderzoeksvraag voor andere dan de juridische disciplines. De knelpunten zijn bekend en empirisch onderzocht, nu moet die informatie worden gebruikt in de praktijk en het beleid. De wetgeving en de juridische opleiding moeten dat stimuleren. Het is van groot belang dat we het onderwijs aan juristen zo inrichten: empirisch onderzoek moet verweven worden in het rechtssysteem.’

Bron: Open Universiteit

prof. dr. mr. Marijke Malsch

Senior Research Fellow

Deel dit artikel

Actuele berichten