Slachtoffers hebben in Nederland al geruime tijd zogeheten slachtofferrechten. Daarnaast bestaat sinds 2017 een EU-richtlijn die minimumnormen geeft voor deze rechten, en voor de ondersteuning en bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dat heeft geïnvesteerd in de vergoeding en opleiding van de slachtofferadvocatuur bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven, wilde weten in hoeverre de slachtofferadvocatuur bijdraagt aan de verwezenlijking van deze rechten.
Het NSCR en de VU onderzochten de volgende vijf slachtofferrechten: (1) het recht op algemene en zaakgebonden informatie, (2) het recht op kennisneming van het dossier, (3) het recht op toevoegen van stukken aan het dossier, (4) het recht op het indienen van een vordering tot schadevergoeding en (5) het spreekrecht. Om te bekijken wat de rol is van de slachtofferadvocaat bij de verwezenlijking van deze rechten, hebben de onderzoekers vragenlijsten afgenomen onder slachtofferadvocaten, en hielden ze interviews met de politie, Slachtofferhulp Nederland, het Openbaar Ministerie, de rechtspraktijk en slachtofferadvocaten. Uit het onderzoek blijkt dat de slachtofferadvocatuur met name een belangrijke rol speelt bij kennisnemen van het dossier en het toevoegen van documenten aan het dossier. Vooral bij complexe letselschade speelt de slachtofferadvocaat een positieve rol in het verhalen van de schade.
Naast het verwezenlijken van slachtofferrechten hebben slachtofferadvocaten nog meer functies. Zo draagt de toga bij aan het ‘empoweren’ van slachtoffers tijdens de zitting: slachtoffers voelen zich erkend, omdat er iemand naast hen staat die juridische kennis heeft en tegenwicht biedt aan de dader en diens advocaat. Ook kan de slachtofferadvocatuur een partijdige (vóór het slachtoffer) belangenbehartiging garanderen, onafhankelijk van de politie en het Openbaar Ministerie. Om de belangen van slachtoffers zo goed mogelijk te kunnen behartigen, geven slachtofferadvocaten aan dat een ruimere vergoeding en een vroegtijdige doorverwijzing naar de slachtofferadvocatuur belangrijk is.
Uit het onderzoek blijkt ook dat - ondanks het feit dat de rechtspraktijk duidelijk (steeds meer) rekening houdt met het slachtoffer - men nog moet wennen aan de uitgebreide slachtofferrechten en de aanwezigheid van de slachtofferadvocaat. Soms is het zoeken naar hoe de wetgeving moet worden uitgelegd en toegepast, bijvoorbeeld op het punt van kennisname van het dossier. Zo kan discussie ontstaan over volledige of gedeeltelijke inzage, inzage tijdens het onderzoek of pas als het onderzoek is afgerond, en inzage voor het slachtoffer zelf of alleen voor de advocaat. Verschillende geïnterviewden uit het onderzoek menen daarom dat de huidige slachtofferrechten eerst goed moeten zijn ‘ingedaald’, vóór er - zoals wordt geopperd - nieuwe slachtofferrechten worden toegevoegd.
Elbers, N.A., Meijer, S., Becx, I.M., Schijns, A.J.J.G., Akkermans, A.J. (2018). Slachtofferadvocatuur. De rol van de advocatuur in de bijstand van slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven. Amsterdam, NSCR/VU. Onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC).
Actuele berichten