Home Actueel
  1. Gebrekkige registratie en versnipperde aanpak bij online seksueel geweld

Gebrekkige registratie en versnipperde aanpak bij online seksueel geweld

Uit het NSCR-rapport Het Fenomeen Online Seksueel Geweld, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie en Veiligheid, blijkt dat online seksueel geweld op verschillende manieren wordt geregistreerd. Dit maakt het lastig om de omvang en ontwikkeling in kaart te brengen. Daarnaast bestaat er een grote mate van versnippering in de aanpak van betrokken partijen en is er nog weinig bekend over effectieve interventies.

De impact van online seksueel geweld is vergelijkbaar met die van fysiek seksueel geweld: psychische en fysieke schade kan het gevolg zijn. Om meer inzicht te krijgen in de verschillende verschijningsvormen, de omvang en ontwikkeling van online seksueel geweld, de daders en slachtoffers, en het beleid om online seksueel geweld tegen te gaan, voerde het NSCR een studie uit. Deze bestond uit een systematische review van (inter)nationale wetenschappelijke en zogenaamde grijze literatuur, aangevuld met interviews met stakeholders (zoals hulpverlening, handhaving en kenniscentra), onderzoekers en experts uit verschillende disciplines. De meest beschreven gedragingen die onder online seksueel geweld vallen zijn ongewenste sexting, wraakporno, sextortion en grooming. De verwevenheid van de online en offline wereld maakt het echter niet altijd mogelijk een strikt onderscheid te maken tussen verschillende vormen van online en offline seksueel geweld.

Daderkenmerken overlappen met kenmerken van slachtoffers van ongewenste sexting

De daderkenmerken van sexting overlappen voor een groot deel met de kenmerken van slachtoffers van ongewenste sexting. Ook zijn mensen die vaker aan sexting doen, vaker zelf slachtoffer óf dader van ongewenste sexting. Uit het onderzoek blijkt verder dat er een grote overlap bestaat tussen de gedragingen bij ongewenste sexting en wraakporno. Ook de kenmerken van slachtoffers van deze delicten zijn vergelijkbaar. Het gaat relatief vaak om mensen die veel gebruik maken van social media, die met vrienden over seks praten, impulsief zijn, die een positieve attitude hebben ten aanzien van sexting, LHBT’ers, kwetsbare meisjes, mensen die verwaarlozing of mishandeling hebben meegemaakt, mensen met een lichtverstandelijke beperking en mensen met een niet-Westerse etniciteit. Daarnaast blijkt dat vrouwen vaker slachtoffer zijn van seksuele sextortion en mannen vaker slachtoffer van financiële sextortion.

Effectiviteit en samenhang van bestrijding belemmerd door versnippering

Het in kaart brengen van de omvang en ontwikkeling van online seksueel geweld is gecompliceerd, omdat het fenomeen op verschillende manieren wordt geregistreerd. Daarnaast hangt het aantal meldingen samen met de meldingsbereidheid van slachtoffers én de bekendheid van meldpunten bij slachtoffers. Bij de aanpak van online seksueel geweld zijn veel verschillende partijen betrokken, zoals hulpverleningsinstanties, ngo’s, kenniscentra, websites en partijen binnen de rechtshandhaving. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er een grote mate van versnippering bestaat in de aanpak van de verschillende betrokken partijen. Dit belemmert de effectiviteit en samenhang van de bestrijding van online seksueel geweld. Tot slot ontbreekt het aan interventies waarvan is aangetoond dat online seksueel geweld effectief wordt voorkomen of aangepakt.

Belangrijkste aanbevelingen uit het rapport

  1. Begripsafbakening. De grenzen tussen de verschillende gedragingen die onder online seksueel geweld vallen zijn onduidelijk. Binnen onderzoek, juridisch beleid, wetshandhaving en de media moet overeenkomst worden gevonden in de begripsbepaling en -afbakening.
  2. Verbeteren registratie. Het wordt aanbevolen om gestandaardiseerde en gevalideerde vragenlijsten te ontwikkelen. In de registraties bij o.a. meldpunt Helpwanted.nl, politie en het OM moet een eenduidige indeling van de verschillende vormen van online seksueel geweld worden gehanteerd.
  3. Systematisch onderzoek. Er moet meer systematisch onderzoek worden gedaan onder daders en slachtoffers, om beter zicht te krijgen op wie dader en wie slachtoffer wordt van de verschillende vormen van online seksueel geweld.
  4. Multidisciplinaire samenwerking. Bij het ontwerpen van beleid is een multidisciplinaire samenwerking tussen vertegenwoordigers van alle betrokken partijen gewenst. Doel is de totstandkoming van een integrale aanpak van online seksueel geweld waarbij preventie, educatie, criminalisering en interventie worden gecombineerd.
  5. Effectevaluaties. De evaluatie van bestaande interventies is nodig om te onderzoeken in hoeverre het beoogde effect van de interventie wordt bereikt en of er geen ongewenste bijeffecten optreden.

Publicatiegegevensen verder lezen

Gorissen, M., El Akehal, J., Weerman, F. & Van de Weijer, S. (2020). Het fenomeen online seksueel geweld; Literatuuronderzoek naar omvang, aard en aanpak.
Of lees de Publiekssamenvatting.

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Marleen Gorissen MSc

PhD

prof. dr. Frank Weerman

Senior Onderzoeker

dr. Steve van de Weijer

Senior Onderzoeker

Deel dit artikel

Actuele berichten