Sommige misdrijven zijn ernstiger en daarmee schadelijker voor de samenleving dan andere misdrijven. Het analyseren van ruwe tellingen van criminaliteit geeft om die reden niet altijd een waardevol inzicht in de aard van criminaliteit in een bepaalde periode of locatie. De wetenschap en (politie)praktijk onderstrepen dan ook dat het bij het meten van criminaliteit belangrijk is om rekening te houden met onder andere de ernst van verschillende misdrijven.
Met behulp van de CSI kunnen verschillende nieuwe analyses worden gedaan. De CSI kan nieuw licht schijnen op criminaliteitstrends in verschillende regio's. Ontwikkelingen in de hoeveelheid criminaliteit hangen namelijk niet noodzakelijk samen met ontwikkelingen in de ernst van de gepleegde delicten. Zo kan een daling in criminaliteitscijfers gepaard gaan met een stijging in de ernst van de gepleegde delicten.
De CSI helpt ook om de power few daders en slachtoffers te identificeren, de kleine groep die betrokken is bij de meest ernstige delicten. Daarnaast kan worden gedacht aan het uitvoeren van geografische analyses: welbekende hot spots, die zijn gebaseerd op waar criminaliteit het meeste voorkomt, kunnen met de CSI worden vergeleken met severity spots, oftewel de gebieden waar de meest ernstige delicten plaatsvinden. De CSI maakt het daarmee mogelijk voor politiediensten om de schaarse middelen in te zetten op die plaatsen of die personen in de samenleving die de meest ernstige delicten veroorzaken of ondervinden.
NSCR-onderzoeker en mede-ontwikkelaar van de CSI, Stijn Ruiter: "Eindelijk heeft Nederland ook een openbare Crime Severity Index. We zien ernaar uit om dit samen met de (politie)praktijk te gaan toepassen."
Voor het ontwikkelen van de CSI maakten NSCR-onderzoekers Stijn Ruiter en Teun van Ruitenburg gebruik van de maximale strafdreiging zoals vastgelegd in de volgende vier wetten: Wetboek van Strafrecht (SR), Opiumwet (OW), Wet wapens en munitie (WWM) en de Wegenverkeerswet 1994 (WVW94).
Omdat in politieregistraties veelal gebruikgemaakt wordt van zogenaamde Maatschappelijke Klassen (MK), is de CSI voor zowel wetsartikelen als voor MK’s ontwikkeld. Dit maakt het mogelijk om de CSI aan verschillende (registratie)gegevens te koppelen en deze is daarmee breed toepasbaar binnen het veiligheidsdomein.
Over de toepassing van CSI’s in het buitenland schreven de betrokken onderzoekers eerder een uitgebreide internationale literatuur review: Van Ruitenburg, T., & Ruiter, S. (2022). The adoption of a crime harm index: A scoping literature review. Police Practice and Research: An International Journal. https://doi.org/10.1080/15614263.2022.2125873.
De Nederlandse Crime Severity Index is het resultaat van onderzoek dat deel uitmaakt van het onderzoeksprogramma What Works in Policing. Towards Evidence-Based Policing in the Netherlands dat met financiële steun van de Politie mogelijk is gemaakt.
Actuele berichten