Binnen dit onderzoek is gekeken naar online seksueel grensoverschrijdend gedrag en/of misbruik (OSG) alszijnde het ongewenst sturen van naakt- en/of seksueel beeldmateriaal zoals ‘dickpics’, het maken of delen van naakte/of seksuele beelden zonder toestemming en het dreigen om naakt- en/of seksuele beelden te delen met derden.
Het meemaken van OSG kan ernstige en langdurige gevolgen hebben voor slachtoffers. Zo kunnen slachtoffers psychische problematiek ontwikkelen, waaronder depressie, angststoornissen en een posttraumatische stressstoornis [1]. Ook kan de ervaring door slachtoffers worden gezien als een volstrekte levensverwoesting, die onder andere hun integriteit en sociale relaties aantast [2].
Het is daarom van groot belang dat slachtoffers hulp zoeken wanneer dat nodig is, maar het was nog onduidelijk of zij dit doen, en zo ja, bij wie. Tevens was er weinig bekend over wat hen aanmoedigt of hen juist tegenhoudt om hulp te zoeken. Binnen dit kader heeft het NSCR – met financiering van Amsterdam Law and Behavior Institute en Fonds Slachtofferhulp - onderzoek gedaan naar hulpzoekgedrag van slachtoffers van OSG. Het onderzoek is opgedeeld in de onderstaande drie factsheets.
Ten eerste is er gekeken naar wat er tot op heden bekend - en onbekend - is in de (inter)nationale wetenschappelijke literatuur. Dit systematische literatuuronderzoek resulteerde in de volgende factsheet:
Om vervolgens het hulpzoekgedrag onder slachtoffers van OSG in Nederland in kaart te brengen, is in 2022 een onderzoek gestart naar het hulpzoekgedrag van 12-tot-25-jarige Nederlandse slachtoffers van OSG. Hierin zijn zowel online vragenlijsten afgenomen als interviews gehouden met slachtoffers. Dit onderzoek resulteerde in de volgende factsheet:
Ten slotte is onderzocht of het gebruik van professionele ondersteuning aangemoedigd kan worden, bijvoorbeeld via sociale media. In de onderstaande factsheet is onderzocht of via het gebruik van Snapchat advertenties hulpzoekgedrag onder een jonge populatie gepromoot kan worden.
Actuele berichten