Professionals zoals burgemeesters, politici, wetenschappers en advocaten zijn vaak goed online zichtbaar en benaderbaar. Zij hebben dan ook regelmatig last van online aanvallen, blijkt uit de literatuur. Voor het rapport Het online platform als megafoon: berichten op sociale media over vrouwelijke en mannelijke professionals zijn op Twitter, Facebook en GeenStijl 8.402 berichten verzameld over twaalf professionals: zes politici, twee burgemeesters, twee wetenschappers en twee advocaten. Het ging daarbij om zowel mannelijke als vrouwelijke professionals. Deze berichten zijn inhoudelijk geanalyseerd. Ook zijn interviews afgenomen bij twee wetenschappers, twee burgemeesters en vier twitteraars.
Verreweg het grootste deel van de geanalyseerde berichten was inhoudelijk van aard: ruim 80%. Minder dan 20% van de berichten bevatte een aanval. Over vrouwelijke professionals worden meer sekse-/gender-gerelateerde berichten geplaatst en meer berichten over hun uiterlijk. De berichten gaan vaak over hun vermeende ongeschiktheid voor hun functie. Vrouwelijke professionals krijgen te maken met tegengestelde verwachtingen: óf ze zijn te emotioneel in hun werk óf ze tonen juist te weinig emotie. De berichten laten daarnaast veel wantrouwen zien ten opzichte van professionals in het algemeen. Deze worden voor van alles uitgemaakt, soms bestaan de reacties slechts uit scheldwoorden zonder begeleidende context.
Uit de interviews blijkt dat de professionals zich meestal niet heel veel van de berichten aantrekken. Sommigen lezen de berichten niet. Enkele professionals zijn door de berichten wel voorzichtiger geworden met naar buiten treden. Maar een andere reactie is ook te zien: zo vindt een burgemeester dat sociale media gebruikt kan worden om uit de eigen 'bubbel' te komen en meer te weten te komen over wat er leeft in de maatschappij.
De online aanvallen laten een sterke behoefte aan expressie zien: de verzender lijkt zonder remming los te gaan. Door de online anonimiteit lijken bepaalde drempels te verdwijnen en uiten verzenders zich makkelijker dan in de 'echte' wereld. De verzenders zelf zien niet veel kwaad in de berichten die zij versturen. Er is vrijheid van meningsuiting en daar maken ze gebruik van. Door de berichten te plaatsen, kunnen ze hun irritaties van zich afschrijven. Onvrede over met name politici overheerst bij de verzenders. Ze vinden het wél belangrijk dat hun berichten daadwerkelijk worden gelezen door de professionals.
Nederland staat vrij laag op de wereldranglijst van politieke participatie van vrouwen (World Economic Forum, 2021). Landen als Rwanda en de Filipijnen scoren beter. Dit zou het wereldbeeld van de verzenders kunnen kleuren: een maatschappij waarin de participatie van vrouwen vanzelfsprekender en zichtbaarder is, geeft wellicht minder aanleiding tot het soort online berichten over vrouwelijke professionals dat in dit onderzoek wordt beschreven. Daarnaast verdient het algemene wantrouwen jegens politici dat uit de online aanvallen blijkt meer aandacht.
Tot slot zou meer openbaarheid kunnen helpen tegen dit soort berichten (Kammer & Schagen, 2021). Zo zette een Italiaans Kamerlid acht online aanvallen op haarzelf op Facebook, met naam en toenaam. Ook schakelde ze de rechter in. Dat had enig effect: de verzenders schaamden zich en vroegen om verwijdering van de berichten (Leijendekker, 2019). Openbaarheid van online aanvallen en de voor- en nadelen daarvan vragen om meer onderzoek en debat.
Malsch, M., Hogervorst, M., Denie, N., Slotboom, A.M. & Janssen, J. (2022). Het online platform als megafoon: berichten op sociale media over vrouwelijke en mannelijke professionals. OU/VU/NSCR.
Janssen, J., Hogervorst, M., Denie, N., Slotboom, A.M. & Malsch, M. (2022). Het online platform als megafoon. Berichten op sociale media over vrouwelijke en mannelijke professionals, Proces, 4, 196-212.
Actuele berichten