Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 3 miljoen mensen slachtoffer van een misdrijf, waarvan ongeveer 1 miljoen aangifte doen bij de politie en ongeveer 250.000 deelnemen aan latere fasen van het strafproces. In de afgelopen 50 jaar hebben slachtoffers steeds meer rechten gekregen in dit proces.
De relatie tussen slachtoffers en het strafrecht wordt echter nog steeds niet goed begrepen. Slachtoffers zien het strafproces als onderdeel van het verhaal – in andere woorden: het narratief - van hun slachtofferschap, maar dat verhalende karakter komt vaak niet terug in onderzoek naar hun ervaringen.
Pemberton, over narratieve victimologie: ‘Slachtofferschap doet iets met de manier waarop mensen zichzelf ervaren. Een traumatische gebeurtenis gooit je leven en daarmee ook je levensverhaal overhoop. Een van de redenen dat slachtoffers hun ervaringen willen delen met lotgenoten, is dat ze zo samen een nieuw verhaal kunnen opbouwen en zingeving zoeken. Ik noem dat re-storying.’
Specifiek binnen de relatie tussen slachtoffers en het strafrecht zijn er vier dimensies die gezamenlijk dit narratief vormgeven: i) de ervaringen van slachtoffers met het strafrecht; ii) hoe het publiek aankijkt tegen de positie van het slachtoffer in het strafrecht; iii) hoe de slachtofferbeweging de relatie tussen slachtoffers en het strafrecht framet; en iv) hoe de rol van slachtoffers in het strafrecht wordt geconstrueerd in recht, beleid en juridisch discours en hoe deze constructies vervolgens weer in het strafrecht terugkomen. Tot op heden worden deze dimensies niet of nauwelijks meegenomen binnen onderzoek naar de relatie tussen slachtoffers en het strafrecht.
De wetenschappelijke innovatie van dit onderzoek heeft daarom betrekking op baanbrekend narratief onderzoek naar de relatie tussen slachtoffers en strafrecht, en wel voor alle vier de bovengenoemde dimensies - de ervaring van slachtoffers, het publiek, de slachtofferbeweging en het juridisch discours. Dit onderzoek zal nieuwe empirische inzichten opleveren over slachtofferschap en de basis leggen voor een meer gefundeerde en volwaardige beschouwing van de positie van slachtoffers in het strafrecht.
Pemberton heeft een achtergrond in de politieke wetenschappen en criminologie. Hij heeft 13 jaar gewerkt bij Intervict, het International Victimology Institute Tilburg van de Universiteit van Tilburg. Waaraan hij een deel van deze periode ook leiding gaf. Sinds oktober 2019 is hij hoogleraar criminologie met een focus op herstelrecht en victimologie aan de KU Leuven.
Vanaf januari 2020, is hij gestart bij het NSCR als senior onderzoeker binnen de onderzoeksgroep Slachtofferschap. Hij heeft in deze functies een veelheid aan victimologisch onderzoek uitgevoerd en begeleid, waaronder tien afgeronde promotietrajecten, en zich tevens gericht op beleid, onder meer als lid van de commissie Donner over slachtoffercompensatie, als adviseur van de Europese Commissie rondom de slachtofferrichtlijn en als medeauteur van de slachtofferaanbeveling van de Raad van Europa uit 2023.
De Vici-beurs is onderdeel van het talentprogramma van de NWO. De Vici-doelgroep bestaat uit onderzoekers in het stadium van consolidatie en doorontwikkeling van leiderschap/onderzoeksgroep, waarvoor de Vici kan bijdragen aan de ontwikkeling van de onderzoeker op dit gebied. Onderzoekers die in aanmerking komen voor een Vici-subsidie hebben academische kwaliteiten die duidelijk uitstijgen boven wat gebruikelijk is en hebben gevestigde leiderschaps- en mentorkwaliteiten. De Vici-subsidie is bedoeld om wetenschappelijk innovatief onderzoek te financieren en hiermee deze onderzoekers de mogelijkheid te geven hun onderzoeksgroep uit te bouwen en hun ingezette onderzoekslijn door te ontwikkelen.
Bekijk ook het persbericht op de website van de NWO
Actuele berichten