Slachtoffers en nabestaanden van een traumatische gebeurtenis ervaren vaak een verlies van identiteit door deze gebeurtenis. Een deel van hun identiteit wordt hervonden door interactie met lotgenoten, geven deelnemers van lotgenotegroepen aan. Ook valt er een last van hun schouders door ervaringen te delen met anderen. Zij merken dat iemand die niet hetzelfde heeft meegemaakt, vaak niet (goed) kan begrijpen waar slachtoffers of nabestaanden mee kampen. Dit kan leiden tot onbegrip in de naaste omgeving. De studie laat zien dat het contact met lotgenoten een platform biedt waarbinnen slachtoffers samen en in een veilige omgeving antwoorden formuleren op vragen over identiteit en zingeving.
Tijdens de bijeenkomsten met lotgenoten dragen processen van bevestiging en normalisatie bij aan zingeving na een traumatische ervaring en aan de constructie van een posttrauma-identiteit. Door te luisteren naar en te praten met mensen die soortgelijke ervaringen hebben, kunnen mensen zowel zelfbewustzijn krijgen als anderen helpen. Vanuit deze zogenaamde co-constructie ontstaat een hernieuwde identiteit, waardoor mensen verder kunnen met hun leven. Daarnaast biedt deelname aan een lotgenotengroep een gevoel van verbondenheid waarvan de deelnemers het gevoel hadden dat ze die verloren waren na de traumatische ervaring. Het contact verlicht de zoektocht naar herkenning en erkenning, waardoor de beschadigde verbinding met de sociale omgeving kan worden hersteld.
Slachtoffers en nabestaanden van een traumatische ervaring gaan door verschillende fasen heen wanneer zij deelnemen aan een lotgenotengroep. Het is geen lineair, maar een fluïde proces waarin deelnemers bewegen tussen de verschillende fasen. Door gezamenlijk ervaringen, vragen en emoties te delen, wordt de ervaring behapbaar en kunnen deelnemers deze integreren in hun levensverhaal als onderdeel van hun posttrauma-identiteit. Dit proces leidt tot een hersteld zelfbeeld en kan worden gezien als posttraumatische groei. Voor de praktijk betekent dit voornamelijk dat men bij lotgenotencontact voor slachtoffers en nabestaanden niet alleen moet kijken naar de effecten van het contact, maar ook naar de ervaring als geheel waarbij de betekenisgeving centraal moet staan.
Het onderzoek komt voort uit het gebrek aan kennis over de processen die plaatsvinden tijdens lotgenotencontact en de rol hiervan bij het herstel. Uit anekdotisch bewijs is af te leiden dat slachtoffers en nabestaanden zich onder gelijkgestemden (h)erkend voelen, maar empirisch bewijs hiervoor is schaars. Door middel van een observatiestudie van lotgenotengroepen brengt Van de Ven de processen van zingeving en identiteitsconstructie in kaart. Ze observeerde groepen van slachtoffers van seksueel misbruik, ouders van seksueel misbruikte kinderen, ouders die een kind verloren door een verkeersongeluk, ouders die een kind verloren door suïcide en nabestaanden die een partner verloren door suïcide.
Van de Ven, P. (2020). The journey of sensemaking and identity construction in the aftermath of trauma: Peer support as a vehicle for coconstruction. Journal of Community Psychology.
Actuele berichten