Tachtig procent van de jongeren hangt regelmatig rond in parkjes, op straten, winkelcentra en in andere ruimtes. Jongeren die veel rondhangen lopen een groter risico om betrokken te raken bij criminaliteit, maar de hanglocatie kan bepalend zijn voor hoe groot dit risico is. Dit is één van de resultaten uit promotie onderzoek van Evelien Hoeben, uitgevoerd bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving.
Hoeben promoveerde op 9 maart 2016 aan de Vrije Universiteit Amsterdam op een onderzoek naar de relatie tussen rondhangen en jeugdcriminaliteit. Op basis van vragenlijsten en interviews onder ruim 800 Haagse jongeren heeft ze onderzocht hoe de relatie tussen rondhangen en criminaliteit kan worden verklaard en welke factoren bijdragen aan het risico op criminaliteit.
Rondhangen hangt vooral samen met kleine criminaliteit
Haar onderzoek laat zien dat jongeren die over een tijdspanne van twee jaar vaker gaan rondhangen een toenemend risico lopen om betrokken te raken bij criminaliteit. Rondhangen lijkt vooral samen te hangen met kleine criminaliteit, zoals vandalisme, diefstal en drugsgebruik. Het is minder sterk gerelateerd aan geweldpleging.
Er zijn verschillende verklaringen voor dit verband. De resultaten van het onderzoek wijzen er op dat wanneer jongeren veel rondhangen, ze meer worden blootgesteld aan delinquente vrienden. Dat zorgt er ook voor dat ze vaker in de verleiding komen om criminaliteit te plegen en dat ze verkeerde normen aanleren. Deze processen verklaren samen voor een groot deel de verschillen en veranderingen in criminaliteit bij de onderzochte jongeren.
Hanglocatie, sociale controle in de buurt en verkeerde vrienden
Het onderzoek signaleert ook factoren die het verband tussen rondhangen en criminaliteit versterken. Evelien Hoeben heeft daarvoor gekeken naar de locaties waar jongeren rondhangen en naar de invloed van vrienden. Jongeren die rondhangen in recreatie-en uitgaansgelegenheden, op straat en in open ruimten lopen meer risico om criminaliteit te plegen. Rondhangen thuis of bij vrienden thuis is juist relatief veilig. Dat geldt ook voor rondhangen in winkelcentra, openbaar vervoer en overige semi-openbare locaties, zoals het schoolplein.
In een andere studie onderzocht ze de verschillende buurten waar jongeren rondhangen. Daaruit bleek dat het van belang is in hoeverre buurtbewoners sociale controle uitoefenen. Als jongeren rondhangen in buurten waar de sociale controle laag is, dan is het risico op criminaliteit groter. Een interessante bevinding is dat jongeren relatief veel buiten hun eigen woonbuurt rondhangen. Van alle uren die de ondervraagde jongeren doorbrengen met rondhangen, wordt 75 procent doorgebracht buiten de eigen buurt.
Ten slotte heeft ze gekeken naar de vrienden met wie jongeren rondhangen. Rondhangen met vrienden die drugs gebruiken, stelen, vandalisme of geweld plegen, vergroot de kans dat een jongere zelf soortgelijk gedrag gaat vertonen.
Jongeren dan maar forceren tot een andere tijdsbesteding?
De resultaten van onderzoek laten zien dat jongeren die veel rondhangen een groter risico lopen om betrokken te raken bij criminaliteit. Toch is de promovenda van mening dat jongeren niet tot gestructureerde hobby’s moeten worden gedwongen. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of ‘vrije tijdstraining’ zinvol is voor Nederlandse jeugd. Dergelijke training is gericht op het aanpakken van verveling en kan zinvol zijn voor jongeren die met weinig (financiële) middelen of ouderlijke ondersteuning hun naschoolse programma moeten invullen.
Bron
Evelien M. Hoeben. Hanging out and messing about. Elaborating on the relationship between unstructured socializing and adolescent delinquency. Amsterdam, 2016.
Meer informatie
‘Lekenpraatje’ over het onderzoek:
Open in youtube
Evelien Hoeben
Actuele berichten