Doel van dit onderzoek is het verkrijgen van meer inzicht in de rol van leeftijdsgenoten bij het ontstaan en veranderen van probleem- en delinquent gedrag van jongeren. Het onderzoek vloeit voort uit het longitudinale NSCR-schoolproject, waarbij middelbare scholieren herhaaldelijk (van 2002-2004) zijn ondervraagd. In de vragenlijst is gevraagd om medescholieren met wie ze veel en met wie ze het meest omgaan te kiezen uit een genummerde lijst met leerlingen uit hetzelfde schooljaar. Daardoor kan de ontwikkeling van sociale netwerken van scholieren op middelbare scholen worden gerelateerd aan hun probleem- en delinquent gedrag. Dat maakt het mogelijk om op een directe wijze vast te stellen in hoeverre jongeren bevriend zijn met delinquente leeftijdsgenoten en dit te vergelijken met gegevens die zijn gebaseerd op de traditionele methode om jongeren te vragen naar hun perceptie van het delinquente gedrag van vrienden. Door de ontwikkeling van de sociale netwerken te bestuderen kan voorts meer zicht worden verkregen in hoeverre er sprake is van invloedsprocessen (delinquente vrienden leiden tot meer delinquentie) en selectie (al delinquente jongeren krijgen relatief vaak delinquente vrienden). In 2009 is tevens aanvullende informatie verzameld over de buurten waarin een deel van de deelnemers van het schoolproject woonden, waardoor de invloed van de buurt en die van de schoolklas met elkaar kan worden vergeleken. In dit onderzoek wordt samengewerkt met internationale onderzoekers op het terrein van peer relaties en delinquentie.
dr. Frank Weerman
Actuele berichten