Arie van den Hurk werkt al meer dan tien jaar bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Zijn functie van adviseur kennismanagement komt kort gezegd neer op het vergroten van de invloed van (wetenschappelijke) kennis op beleid en praktijk van het gevangeniswezen, justitiële jeugdinrichtingen, forensische zorg en vreemdelingenbewaring. Een goede relatie met de wetenschap is daarbij onmisbaar. Met het NSCR heeft DJI al jaren een stevige en goede relatie. Over de uitnodiging van NSCR-directeur Catrien Bijleveld om een jaar Practitioner-in-Residence (PiR) bij het NSCR te worden hoefde hij dan ook geen seconde na te denken.
Tot dusver is Van den Hurk driemaal een dag bij het NSCR op bezoek geweest. Hij heeft inmiddels met diverse voor hem bekende en ook minder bekende medewerkers van gedachten gewisseld over het onderzoek waarmee zij bezig zijn. Daarbij komen dan ook steeds de raakvlakken met de DJI-organisatie aan de orde. Er zijn nogal wat raakvlakken omdat veel NSCR-onderzoek rechtstreeks dan wel indirect betrekking heeft op de vrijheidsbeneming.
Onderwerpen waarover hij heeft gesproken variëren van gedetineerde vaders en moeders, stoppen met delictgedrag van delinquente vrouwen, serious gaming in justitiële jeugdinrichtingen (agressie & Crime Lab) en onderzoek naar de penitentiaire psychiatrische centra, tot zelfs de rol van loodvrije benzine in de daling van de criminaliteit. Van den Hurk: “De praktische waarde van de NSCR-bezoeken is voor mij klip en klaar. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden beginnen al wortel te schieten en bestaande samenwerking wordt geïntensiveerd.”
Ten slotte wil hij nog kwijt dat valorisatie van onderzoek een van de meest weerbarstige aspecten is van het wetenschapsbedrijf. "We hebben vaak niet eens behoefte aan nieuwe kennis, de uitdaging is vooral hoe je voor elkaar krijgt dat bestaande kennis beter gebruikt wordt." Het initiatief van het NSCR om Practitioners uit te nodigen verdient in dat opzicht alle lof volgens Van den Hurk.
Het NSCR verwelkomt Practitioner Rinus Otte. Rinus Otte is senior raadsheer bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en hoogleraar Rechtspleging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder was hij hoogleraar Verkeersrecht en Verkeerskunde aan dezelfde universiteit. Hij was gedurende de eerste jaren van deze eeuw voorzitter van de Commissie Vrijheidsbeperking. Het advies van de commissie leidde tot een nieuwe regeling van de voorwaardelijke veroordeling. Zijn boek ‘De nieuwe kleren van de rechter. Achter de schermen van de rechtspraak’ (2010) over zijn ervaringen bij het Gerechtshof Amsterdam deed veel stof opwaaien. Hij schrijft ook regelmatig bijdragen voor het blog Ivoren Toga.
Actuele berichten