Elk jaar verlaten een paar duizend vrouwen een van de drie vrouwengevangenissen in Nederland. In de ideale situatie stoppen ze na vrijlating met het plegen van delicten, ook wel desistance genoemd. Rodermond toont in haar promotieonderzoek aan dat problemen met onder meer huisvesting en verslaving meer doorslaggevend zijn voor het al dan niet slagen van desistance dan gezinsrelaties en werk.
Desistance bij vrouwen nader onderzocht
Het meeste wetenschappelijk onderzoek naar desistance is tot nu toe gebaseerd op mannelijke (ex)-gedetineerden. Maar zijn de heersende theorieën op het gebied van desistance wel één op één vertaalbaar naar vrouwen? Rodermond onderzocht meer dan 2500 vrouwen die in 2007 vrijkwamen uit detentie. Ze analyseerde data op het gebied van criminaliteit, werk, gezinssamenstelling en uitkeringen, en hield daarnaast interviews met voormalig gedetineerde vrouwen.
Familierelatie heeft geen invloed
Op het moment van vrijlating heeft ongeveer tweederde van de vrouwen kinderen en een kleine minderheid is getrouwd. Toch hebben deze familierelaties geen invloed op de kans om al dan niet nogmaals in detentie te komen. Ook maken de lengte van het huwelijk en het aantal kinderen niet uit. Rodermond laat zien dat het hebben van een ondersteunende relatie en een goede relatie met de kinderen wel kan helpen bij de wíl om te veranderen, maar dat problemen op het gebied van huisvesting, financiën en drugsmisbruik langdurige desistance vaak in de weg staan.
Stabiele woonsituatie en betekenisvolle baan zijn cruciale factor
Rodermond geeft aan dat de periode na vrijlating wordt gekenmerkt door een veelheid aan problemen, zowel bij vrouwen die opnieuw in de problemen komen als de groep die stopt met criminaliteit. Een duidelijk verschil is dat de desisters vaker een stabiele woonsituatie en een betekenisvolle baan hebben dan recidivisten. Beide groepen vrouwen wensen na vrijlating een leven zonder criminaliteit, maar desisters zetten actief stappen om dat doel te bereiken.
Meer aandacht voor problematiek rondom huisvesting, financiën, verslaving en trauma
Rodermond concludeert dat contextuele factoren en meer interne, subjectieve factoren een belangrijke rol spelen in het proces van stoppen met criminaliteit. Andere factoren, zoals het gezinsleven, lijken vooral belangrijk ter ondersteuning van een al ingezet proces van desistance. Overheid en omgeving moeten aandacht (blijven) schenken aan onderliggende problematiek binnen deze groep, vooral op het gebied van huisvesting, financiën, verslaving en trauma. Zo kunnen vrouwen de wil om te veranderen daadwerkelijk vasthouden na vrijlating.
Publicatiegegevens en verder lezen
Rodermond, E. (2018). Out of prison, out of crime? Women on the road to desistance.
Lees ook het artikel in het NRC.