Per 1 januari 2024 is met behulp van financiering van ZonMw een vervolgonderzoek van het Stay Home, Stay Safe?-project van start gegaan. Dit onderzoek richt zich op de lange(re) termijn impact van de coronamaatregelen op huiselijk geweld in Nederland in de jaren ná de coronacrisis (2022-2023). In Nederland is nog geen systematisch onderzoek gedaan naar de langetermijneffecten van de coronamaatregelen op huiselijk geweld. Het doel is middels een quasi-experimenteel onderzoek bij te dragen aan een beter begrip van het ontstaan en de ontwikkeling van huiselijk geweld na een rampsituatie zoals de coronapandemie, en daarmee belangrijke inzichten op te leveren voor beleid en praktijk.
Door de uitbraak van het coronavirus heeft Nederland twee jaar te maken gehad met verschillende maatregelen die verspreiding van het virus moesten tegengaan. De bevolking werd destijds geacht zoveel mogelijk thuis te blijven en publieke locaties, horeca, en zelfs onderwijsinstellingen en kinderdagverblijven werden tijdelijk gesloten. Door de beperkte bewegingsvrijheid, sociale isolatie en financiële onzekerheid als logische consequentie van deze maatregelen werden oplopende spanningen thuis verwacht, met als gevolg een stijgende prevalentie van huiselijk geweld. Eerder onderzoek door het NSCR laat zien dat een geregistreerde stijging van huiselijk geweldmeldingen in Nederland vooralsnog is uitgebleven (Coomans et al., 2022).
Dat er geen toename is gevonden in het aantal meldingen van huiselijk geweld betekent niet noodzakelijk dat de prevalentie daadwerkelijk gelijk is gebleven. Zo is het mogelijk dat professionals vanwege de coronamaatregelen minder zicht hadden op huiselijk geweld en slachtoffers moeilijker de weg konden vinden naar hulpverlening (Van Gelder et al., 2021; Gearhart et al., 2018). Dit heeft er mogelijk toe geleid dat vermoedens van huiselijk geweld minder vaak gemeld zijn, met een vertekening van de officiële cijfers als gevolg. Bovendien kan het dat de gevolgen van de coronapandemie voor gezinnen pas na een langere periode (financieel) voelbaar worden, bijvoorbeeld wanneer de corona-loonsteun ophoudt of wanneer ondernemers geacht worden hun schuld af te lossen. Internationaal onderzoek ondersteunt de hypothese dat een toename van huiselijk geweld in sommige gevallen pas enige tijd na een crisis zichtbaar wordt (Lauve-Moon & Ferreira, 2017). Tot slot kan heterogeniteit in de invloed van de coronamaatregelen op huiselijk geweld ook een verklaring zijn voor het uitblijven van een stijging. Mogelijk hebben sociale isolatie, financiële onzekerheid en beperkte bewegingsvrijheid in sommige gezinnen geleid tot meer spanningen en huiselijk geweld, terwijl de pandemie in andere gezinnen juist resulteerde in meer rust en tijd voor elkaar en/of een afname van alcohol- en drugsgebruik vanwege de beperkte bewegingsvrijheid en de sluiting van horeca. Ook dit zou in langetermijnonderzoek zichtbaar kunnen worden.
De volgende onderzoeksvragen staan centraal:
Met behulp van de bestaande infrastructuren uit het vorige onderzoeksproject betreffende de dataverzameling en -analyse, doet het NSCR onderzoek naar de omvang, aard en melders van huiselijk geweld na de coronaperiode. Met het gebruik van reeds opgestelde queries zullen opnieuw data verzameld worden bij alle 25 Veilig Thuis-regio’s, zodat de onderzoekers analyses kunnen uitvoeren over een dataset bestaande uit meldingen en adviesvragen in de periode 2019-2023. Dit biedt de mogelijkheid ook te kijken naar de gevolgen op de langetermijn, tot meer dan een jaar na opheffing van de laatste coronamaatregelen. De gegevens van Veilig Thuis bevatten informatie over de aard van het huiselijk geweld en het type melder of adviesvrager. Dit biedt de mogelijkheid te onderzoeken of de coronamaatregelen verschillende langetermijneffecten hebben gehad op de verschillende vormen van huiselijk geweld en of er verschuivingen hebben plaatsgevonden in wie huiselijk geweld melden.
Aanvullend worden politiegegevens over personen en gezinnen betrokken bij huiselijk geweld gekoppeld aan gegevens over de demografische en sociaaleconomische achtergrondkenmerken van deze personen en gezinnen, via het CBS. Het onderzoek richt zich hiermee niet alleen op zogenoemde langetermijneffecten die zichtbaar worden in omvang, aard, en melders van huiselijk geweld, maar ook op veranderingen in risico- en beschermende factoren van (vermoedelijk) betrokkenen (i.e. vermoedelijke plegers en slachtoffers) bij huiselijk geweld. De politiegegevens worden direct met het CBS gedeeld, waarna de gegevens beschikbaar zijn voor analysedoeleinden binnen de beveiligde omgeving van het CBS.
Deze projectpagina zal regelmatig geüpdatet worden met informatie over het verloop van het onderzoek. Ook zullen nieuwe resultaten hier worden gepubliceerd. Bekijk hier de wetenschappelijke publicaties en overige resultaten van het Stay Home, Stay Safe-project.
Het NSCR-onderzoeksteam bestaat uit:
Dit onderzoek wordt gefinancierd door ZonMw. Het onderzoeksteam werkt voor dit project nauw samen met het Landelijk Netwerk Veilig Thuis en alle 25 Veilig Thuis-regio’s.
Coomans, A., Kühling-Romero, D., van Deuren, S., van Dijk, M., Van de Weijer, S., Blokland, A., & Eichelsheim, V. (2022). Stay Home, Stay Safe? The Impact of the COVID-19 Restrictions on the Prevalence, Nature, and Type of Reporter of Domestic Violence in the Netherlands. Journal ofFamily Violence, 38, 1545–1561.
Van Gelder, N. E., van Haalen, D. L., Ekker, K., Ligthart, S. A., & Oertelt-Prigione, S. (2021). Professionals’ views on working in the field of domestic violence and abuse during the first wave of COVID-19: a qualitative study in the Netherlands. BMC health services research, 21(1), 1-14.
Gearhart, S., Perez-Patron, M., Hammond, T. A., Goldberg, D. W., Klein, A., & Horney, J. A. (2018). The impact of natural disasters on domestic violence: An analysis of reports of simple assault in Florida (1999–2007). Violence and gender, 5(2), 87-92.
Lauve-Moon, K., & Ferreira, R. J. (2017). An exploratory investigation: Post-disaster predictors of intimate partner violence. Clinical social work journal, 45, 124-135.