Tekst: Persvoorlichting UvA | Dit artikel verscheen eerder op de website van de UvA
Elke dag hebben politieagenten en andere wetshandhavers contact met burgers op straat en in de meeste van die ontmoetingen is er sprake van wederzijds respect en samenwerking. In een klein deel gebruiken agenten fysiek geweld, in Nederland naar schatting in ongeveer 0.1% van de gevallen (Politie 2022). ‘Uit eerder onderzoek is bekend dat de houding en het gedrag van burgers belangrijke voorspellers kunnen zijn van het gebruik van geweld door de politie en/of het overgaan tot arrestatie’, vertelt Sunde. ‘Maar dat onderzoek heeft zijn beperkingen, omdat het vooral is gebaseerd op surveys en interviews, dus op hoe er na afloop op wordt teruggekeken en hoe politieagenten het zich herinneren. Conflicten ontstaan echter in het nu; wat er gebeurt en hoe iemand handelt wordt op het moment zelf bepaald.’
Door naar CCTV-beelden te kijken kon Sunde heel precies en objectief waarnemen wat er gebeurt in de interacties tussen politieagenten en burgers. Hij codeerde specifieke gedragingen zoals wijzen, schreeuwen en argumentatief gebaren, om dit vervolgens te koppelen aan de mate van politiegeweld in die interacties en gemeenschappelijke patronen te identificeren. Het eindresultaat is een zogenoemd ethogram (een categorisering) van gedragsprocessen bij de politie. Dit geeft meer en gedetailleerder inzicht in hoe het gebruik van geweld door de politie tot stand komt.
Sunde keek in hoeverre vier soorten gedrag van burgers – gehoorzaam, ‘bad attitude’, ongehoorzaam en offensief – samenhangen met fysiek dwingend gedrag van politieagenten. Zijn bevindingen bevestigen de hypothese uit eerdere studies dat politieagenten eerder fysiek worden tegen burgers die een slechte houding hebben en/of brutaal zijn, maar wettelijk niets verkeerd doen. Het verschil met gehoorzame burgers is klein, maar wel aanzienlijk.
Sunde: ‘Als de politie fysiek wordt tegen mensen die zich hufterig gedragen, gebeurt dat op een relatief milde manier, bijvoorbeeld door diegene op zijn plek te houden, te scheiden van vrienden of een kleine duw op de schouder te geven, en hooguit door handboeien om te doen. Dat is heel anders dan als een burger ongehoorzaam is en bijvoorbeeld probeert weg te komen of zich verzet tegen arrestatie. De politie reageert dan veel fysieker. Het verschil is het grootst bij offensief gedrag, als een burger fysiek agressief is en/of iets crimineels doet. In die gevallen gaat de politie het meest over tot het gebruik van geweld, soms zelfs in de vorm van slaan of schieten.’
Sunde keek ook naar de-escalatie. ‘Daar is nog niet veel onderzoek naar gedaan. Ik was benieuwd hoe en waarom politieagenten van nature de-escalatie toepassen als strategie om conflicten op te lossen of zelfs te vermijden’, aldus Sunde. Hij deed zeven uitgebreide interviews met politieagenten in Noorwegen. ‘De Noorse politie is niet helemaal hetzelfde als de Nederlandse, maar goed te vergelijken omdat in beide landen de focus duidelijk ligt op communicatie om conflicten op te lossen.’
De agenten werd gevraagd om verslag te doen van drie conflicten die ze hebben meegemaakt (een verbaal conflict, een conflict met bedreigingen en een fysiek conflict met geweld) en hoe ze daarmee omgegaan zijn. Dat bleken ze op drie manieren te doen: preventieve de-escalatie, communicatieve de-escalatie en fysieke de-escalatie. Ze gebruiken ook verschillende manieren van communicatie op basis van het gedrag van de burger: kalmerend, autonomie bevorderend en gebiedend. Een opvallende bevinding is dat de geïnterviewde politieagenten fysiek geweld soms ook als een vorm van de-escalatie zien, bijvoorbeeld om een gevaarlijke situatie snel onder controle te krijgen. Dit wijkt af van de gangbare opvatting dat geweld altijd een teken is dat de-escalatie heeft gefaald.
Sunde’s onderzoek biedt gedetailleerd inzicht in hoe conflicten tussen politie en burgers ontstaan. ‘Ik hoop dat mijn bevindingen gebruikt gaan worden in het trainen van politieagenten, bijvoorbeeld in scenario- of VR-trainingen, om agenten bewuster te maken van het gedrag van burgers en hen te helpen escalaties in hun interacties op straat te voorkomen.’
Hans Myhre Sunde: Policing in Action. An interaction-Ethological Study of Conflicts, Violence and De-Escalation. Promotoren zijn prof. dr. M.R. Lindegaard en dr. D. Weenink. Copromotor is dr. L. van Reemst.
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Universiteit van Amsterdam en het Deense Arbejdsmiljøforskningsfonden.
Actuele berichten