Problematische jeugdgroepen kennen allerlei verschijningsvormen: van kleine vriendenclubs tot grote netwerken van jongeren die elkaar van de straat kennen; van hecht georganiseerd tot los zand, van etnisch homogeen tot veelkleurig, van herkenbaar tot diffuus, en van gesloten tot heel open. De term problematische jeugdgroepen omvat ook groepen die anderen of de leden ervan benoemen als jeugdbende of gang. Een veelgebruikte definitie (van het onderzoekersnetwerk Eurogang) is: ‘een duurzame groep jongeren die veel rondhangt in de publieke ruimte en voor wie betrokkenheid bij illegale activiteiten deel uitmaakt van de groepsidentiteit’. In Nederland is vanuit politie en beleid lange tijd onderscheid gemaakt in hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen; tegenwoordig wordt geprobeerd om groepen op een meer genuanceerde wijze weer te geven in een groepsbeschrijving.
Er zijn verschillen maar ook overeenkomsten. In de Verenigde Staten zijn gangs meestal heel herkenbaar: ze hebben dan een eigen naam, kleding (colors), gebaren (handsigns), tatoeages en/of graffiti. In Europa en Nederland zijn zulke herkenbare groepen er ook, maar de meeste problematische jeugdgroepen hebben geen eigen naam of kleding en zien zichzelf ook niet als bende. Gangs in de Verenigde Staten zijn over het algemeen ook hiërarchischer en meer gestructureerd dan de problematische jeugdgroepen in Europa en Nederland. Een ander verschil is dat Amerikaanse gangs meestal territoriaal zijn en conflicten hebben met andere groepen. In Europa en Nederland raken jongeren in problematische jeugdgroepen en bendes vooral in conflict met buurtbewoners door hun overlast en criminaliteit. Een overeenkomst met Amerikaanse gangs is de verhoogde betrokkenheid van leden bij crimineel gedrag, met name bij geweldsdelicten.
Jongeren die opgroeien in een ongunstig opvoedklimaat hebben een grotere kans om deel uit te maken van een problematische jeugdgroep, net als jongeren die minder goed functioneren op school, een relatief lage zelfcontrole hebben, en die relatief veel tijd doorbrengen met hun vrienden op straat. Een cumulatie aan negatieve ervaringen verhoogt ook de kans op lidmaatschap. Zowel jongens als meisjes kunnen deel uitmaken van problematische jeugdgroepen en gangs, al zijn jongens wel oververtegenwoordigd. De risicofactoren bij jongens en meisjes komen grotendeels overeen, ook zijn er geen grote verschillen in risicofactoren tussen Nederland/Europa en de Verenigde Staten.
Het aantal problematische jeugdgroepen zoals dat met de ‘shortlist-methodiek’ (een soort vragenlijst onder gespecialiseerde politiemedewerkers) in Nederland werd gemeten, is de afgelopen jaren fors gedaald, van bijna 1800 in 2009 tot ruim 600 in 2014. Een klein deel van deze groepen, enkele tientallen, werd als ‘criminele jeugdgroep’ bestempeld. Problematische jeugdgroepen zijn tegenwoordig dus minder aanwezig in de openbare ruimte dan enkele jaren terug. Tegelijkertijd zijn ze zich
wel meer gaan manifesteren op sociale media. Uit enquêtes onder scholieren is duidelijk geworden dat een klein maar substantieel deel van de jongeren (tussen de 5 en 10%) is aangesloten bij een groep die voldoet aan de bovenstaande definitie van een problematische jeugdgroep. De aantallen in Nederland zijn vergelijkbaar met wat gemiddeld in andere Europese landen wordt gevonden.
In enquêtes rapporteren jongeren die in een problematische jeugdgroep zitten 3 à 4 keer zoveel delicten als jongeren die niet in zo’n groep zitten. Dit geldt voor zowel jongens als meisjes. Betrokkenheid bij delinquent gedrag neemt toe in het jaar waarin
jongeren bij een problematische jeugdgroep zijn gaan horen, en neemt weer af als ze de groep verlaten. Ook de consumptie van alcohol en softdrugs neemt toe bij toetreding tot een problematische jeugdgroep, net als de omgang met delinquente leeftijdsgenoten en het hebben van opvattingen die criminaliteit goedkeuren. Zowel de relatie met ouders als het functioneren op school verslechtert als jongeren lid worden van een problematische jeugdgroep, maar die worden ook weer beter als jongeren de groep verlaten.
Anders dan soms wordt gedacht, is het niet onmogelijk om uit een jeugdbende of gang te stappen. De meerderheid van jongeren in een problematische jeugdgroep of gang zit daar relatief kort, meestal een jaar. Dit geldt zowel voor Nederland als de Verenigde Staten. Jongeren kunnen om verschillende redenen een gang of jeugdgroep verlaten: als gevolg van negatieve ervaringen binnen de groep of het uitgekeken raken op het gang-leven, of door externe gebeurtenissen zoals het krijgen van werk, een kind of een andere woonplaats in combinatie met een veranderde blik op de eigen identiteit. Voor de aanpak van problematische jeugdgroepen of gangs zijn allerlei programma’s en methoden ontwikkeld. Van belang is, zo blijkt uit onderzoek, de aanpak toe te spitsen op het soort groep en onderscheid te maken tussen kernleden en meelopers. Integrale programma’s, met een combinatie van bestuurlijke, strafrechtelijke en preventieve maatregelen lijken geboden voor de moeilijkste groepen.
Actuele factsheets