De motie van Tweede Kamerleden Sneller, Knops en Bikker roept op tot alternatieve straffen in plaats van korte gevangenisstraffen. Deze laatste zijn volgens de indieners minder effectief en duurder dan niet-vrijheidsbenemende sancties, zoals de taakstraf. Hoewel er vanuit de wetenschap en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming al veel kritiek is geuit op de oplegging van korte gevangenisstraffen, is het uiteindelijk aan rechters om de sancties op te leggen.
Het vergelijken van de effectiviteit van verschillende straffen, zoals gevangenisstraf en taakstraf, is niet eenvoudig. Het is lastig om een causaal verband aan te tonen tussen de oplegging van een bepaalde sanctie en recidive. Er kunnen immers geen gerandomiseerde experimenten worden uitgevoerd in het strafrecht en er is vrijwel nooit sprake van twee exact gelijke gevallen. De onderzoekers maakten daarom gebruik van innovatieve methoden, zoals de instrumentele variabele. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de willekeurige toewijzing van zaken aan rechters op basis van zittingsroosters, waarbij wordt verondersteld dat rechters de ruimte die zij hebben verschillend gebruiken en dat zij enkel invloed uitoefenen op de herhalingscriminaliteit van veroordeelden door middel van de door hen uitgesproken straf. Door de variatie in strengheid en bestraffing te combineren met de willekeurige toewijzing van zaken aan rechters, kunnen de effecten van gevangenisstraf en taakstraf in de vorm van recidive met elkaar worden vergeleken.
In dit onderzoek is gekeken naar de effecten van korte gevangenisstraffen en niet-vrijheidsbenemende straffen op recidive, en wat de kosten zijn van beide sancties. Uit de resultaten blijkt dat korte gevangenisstraffen tot meer recidive leiden dan niet-vrijheidsbenemende straffen: individuen plegen over een periode van vijf jaar tussen de 76 en 81 procent meer strafbare feiten na een korte gevangenisstraf dan na een niet-vrijheidsbenemende straf.
Daarnaast blijkt dat de kosten van gevangenisstraffen aanzienlijk hoger zijn dan die van niet-vrijheidsbenemende straffen. ln 2012 waren de eenmalige kosten per veroordeling voor een gevangenisstraf 66,97 euro en voor een taakstraf 34,75 euro. Volgens DJI zijn de kosten van een gevangenisstraf 259 euro per dag. De dagelijkse kosten voor een taakstraf zijn met 72,56 euro per dag substantieel lager. Deze grove berekeningen leiden tot de schatting dat de maatschappij jaarlijks ruim 400 miljoen euro betaalt voor vergelding als strafdoel. Dit is ongeveer 45 euro per belastingbetaler per jaar. Omdat alleen directe kosten zijn meegenomen en alleen is gekeken naar recidive binnen twaalf maanden van de opgelegde straf, is deze prijs waarschijnlijk een onderschatting van de daadwerkelijke prijs.
De onderzoekers concluderen dat de afschrikwekkende werking van korte detenties beperkt is en dat deze nauwelijks mogelijkheden biedt voor gedragsverandering en re-integratie. Toch wordt er nog vaak voor een korte gevangenisstraf gekozen. Het belangrijkste strafdoel lijkt daarmee vergelding. Met dit onderzoek kan de vraag welke straf écht passend is en wat vergelding ons waard is, nu ook rationeel worden benaderd. Het kan daarnaast als aanmoediging worden gezien om wettelijke obstakels voor het opleggen van een taakstraf te heroverwegen.
Blokland, A., Schuyt, P. & Wermink, H. (2023). Wat is vergelding ons waard? Strafblad.
Wermink, H., Been, J., Schuyt, P., Van Wijck, P. & Blokland, A. (2023). De prijs van vergelding; Een raamwerk voor de bepaling van de betalingsbereidheid voor korte gevangenisstraffen. Tijdschrift voor Criminologie.
Wermink, H., Blokland, A., Tollenaar, N., Schuyt, P. & Apel, R. (2022). Een oude vraag opnieuw onderzocht: effecten van korte gevangenisstraffen ten opzichte van niet-vrijheidsbenemende straffen op recidive op basis van een instrumentele variabele benadering. Tijdschrift voor Criminologie.
Actuele berichten