Het NSCR en de sectie Criminologie van de Vrije Universiteit hebben met een internationaal consortium een omvangrijk project gehonoreerd gekregen binnen het Europese Horizon 2020 programma. Het project (PROTON) richt zich op de sociale, psychologische en economische processen die van invloed zijn op daderschap en criminele netwerkvorming bij georganiseerde misdaad, terrorisme en cybercriminaliteit. In dit internationale project zal de komende drie jaar worden samengewerkt met universitaire partner-instituten, private partners, beleidsmakers en eindgebruikers. Het NSCR zal in samenwerking met het WODC een deelonderzoek gaan uitvoeren dat zich richt op de vraag in hoeverre sociaaleconomische tegenslag en ervaren discriminatie bijdragen aan het betrokken raken bij terrorisme en extremisme.
Het deelproject waar het NSCR verantwoordelijk voor is, richt zich op het identificeren van de sociaaleconomische aanjagers van terroristische en andere extremistische activiteiten. Het gaat in hoofdzaak om radicaal jihadisme, maar ook andere extremistische activiteiten (zoals racistisch geweld). In het project wordt nagegaan in hoeverre er in de levensloop van verdachten van terroristische activiteiten indicaties zijn van sociaaleconomische achterstand of tegenslag. Daarbij gaat het niet alleen om objectieve indicatoren, zoals bijvoorbeeld werkloosheid, opleidingsproblemen en armoede, maar ook om de subjectieve ervaring te worden achtergesteld of gediscrimineerd. Theoretisch kunnen verschillende processen worden verondersteld waardoor sociaaleconomische achterstanden bij sommigen kunnen leiden tot de adoptie van extremistische denkbeelden en het betrokken raken bij radicale en terroristische activiteiten. Of en hoe deze processen ook daadwerkelijk plaats hebben gevonden bij terrorisme-verdachten en extremisten is vooralsnog onduidelijk.
Het onderzoek zal twee verschillende methoden combineren. Ten eerste zal uitgebreide kwantitatieve informatie worden verzameld over de sociaaleconomische positie van terrorisme-verdachten gedurende hun levensloop, via politiedossiers en andere dataregisters. Hierbij zal worden voortgebouwd op een eerder verzamelde dataset van het WODC over jihadi-verdachten, die zal worden uitgebreid met recente zaken. Ten tweede wordt kwalitatieve informatie verzameld via interviews met veroordeelde daders en met (gederadicaliseerde) ex-daders over hun levensloop en door hen ervaren achterstand en achterstelling. Als controlegroep zullen ook daders van vermogensmisdrijven met een vergelijkbare achtergrond worden geïinterviewd. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden benut bij signalering en preventie van radicalisering en extremistische activiteiten.
Het deelproject dat het NSCR in samenwerking met het WODC zal uitvoeren, is een van de ‘work packages’ van het overkoepelende PROTON project. Het consortium bestaat uit 21 partners, onder aanvoering van het Joint Research Centre on Transnational Crime in Milaan. Het project moet leiden tot een overkoepelend model van de factoren en processen die bepalend zijn bij het ontstaan en verder groeien van georganiseerde misdaad en terrorisme. Dit model kan worden gebruikt om beleidsmakers en andere belanghebbenden (bijvoorbeeld ministeries en gemeenten, maar ook transnationale diensten zoals Europol en Interpol) aanknopingspunten te bieden voor preventie en interventie-strategieën.
Actuele berichten