Het onderzoek bestond uit twee fases, die hieronder worden toegelicht.
In fase 1 werden meldingsgegevens verzameld met betrekking tot alle meldingen en adviezen van huiselijk geweld, zoals door Veilig Thuis geregistreerd in de periode 2019-2021. Deze unieke longitudinale dataset bevatte gedetailleerde gegevens omtrent (trends in) het gemelde huiselijk geweld. De meldingsgegevens vormden de basis voor een quasi-experimentele toetsing van het effect van de COVID-19-maatregelen op (meldingen van) huiselijk geweld. De vergelijking van gegevens uit 2020 en 2021 met soortgelijke gegevens van exact dezelfde periode in 2019, werd gerelateerd aan een tijdlijn met daarop de momenten van de op- en afschaling van verschillende interventies en de inzet van overheidscampagnes gedurende de COVID-19-maatregelen.
Om een diepgaander beeld te krijgen van de aard en context van het betreffende geweld, werd voor een subset van de geregistreerde meldingen het onderliggende dossier opgevraagd en geanalyseerd. Bovendien werden interviews afgenomen met slachtoffers van huiselijk geweld om nog beter inzicht te genereren in de aanleiding en omstandigheden die hebben geleid tot het huiselijk geweld, en de eventuele impact van de crisis en bijbehorende maatregelen. In combinatie met de in de eerste fase verkregen informatie over mogelijke veranderingen in de omvang, aard en melders van (geregistreerd) huiselijk geweld, leveren de dossieranalyse en interviews concrete handvatten ter optimalisering van de maatschappelijke reactie op huiselijk geweld tijdens crisissituaties.
In de tweede (nog lopende) fase van het onderzoek wordt gebruikgemaakt van politieregistraties van huiselijk geweld. Deze registraties worden gekoppeld aan het gegevens die het CBS over de Nederlandse bevolking bijhoudt. De beschikbaarheid van deze gegevens binnen de CBS-omgeving maakt het mogelijk om gegevens over de bij het geweld betrokken personen te koppelen aan andere databestanden die het CBS bijhoudt. Voorbeelden zijn gegevens over de sociaaleconomische achtergrond, de culturele herkomst, de arbeidssituatie en het eventuele zorgverleden van de betrokkenen. Op basis van deze gegevens kunnen naast eventuele veranderingen in omvang, aard en melders van het huiselijk geweld, ook eventuele veranderingen in de achtergrond en huidige situatie van de vermoedelijk bij huiselijk geweld betrokken personen worden onderzocht om een beter beeld te krijgen van risico- en beschermende factoren.
Een tweede databron die sinds het voorjaar van 2021 binnen de CBS-omgeving beschikbaar is, is de landelijke slachtofferenquête specifiek gericht op huiselijk en seksueel geweld, zoals geïnitieerd door het WODC. Deze slachtofferenquête verschaft informatie over het jaarlijks aantal slachtoffers van huiselijk geweld en kan derhalve ook inzicht verschaffen in gevallen van huiselijk geweld die niet tot een melding bij Veilig Thuis hebben geleid. Naast mogelijke verschuivingen in de omvang en aard van het huiselijk geweld, kan op basis van deze gegevens ook een inschatting worden gemaakt van mogelijke verschuivingen in het aandeel huiselijk geweld dat ongeregistreerd blijft, het zogenaamde dark figure. De komende periode gaan de NSCR-onderzoekers verder met het analyseren van deze data.